Column: Goede voornemens
Goede voornemens
'Dag mevrouw, hoe gaat het met u?' Zo begroette ik mijn buurvrouw. Het vrouwtje keek mij enigszins verbaasd aan. Dat was wel te begrijpen, want meestal had ik zoveel haast dat ik haar niet eens opmerkte. Nu had ik haar wel gezien en ik besloot maar even een praatje te beginnen. Niet voor niets was een van mijn goede voornemens dat ik wat meer aandacht aan mijn naasten moest geven.
Het was net weer Oud en Nieuw geweest en ook ik had goede voornemens. Nu alleen nog de uitwerking. Dat is toch moeilijker dan gedacht. Hoe kon ik nu weten dat, nadat ik een keer belangstelling had getoond voor mijn buurvrouw, zij mij elke keer wanneer ik haar tegenkwam uitbundig begroette en mij uitnodigde voor de koffie? En als ik dan toestemde was ik na twee uur nog niet thuis. Misschien moest ik het maar anders aanpakken. Voortaan ging ik haar groeten, ik lachte een keer naar haar en dan liep ik weer door. Ik had eenmaal niet elke keer de tijd om met haar te praten.
De eerste keer dat ik dit deed, voelde ik mij enigszins schuldig. De
tweede keer al wat minder en de derde keer dacht ik er niet meer over na.
Totdat ik op een dag een tikje op mijn arm voelde. Ik draaide mij om en keek in
het gezicht van mijn buurvrouw. 'Dag buurvrouw, hoe is het met u? Ik heb u al
zo lang niet meer gesproken.'